Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Abraham nu en Sara waren oud, [en] [26]wel bedaagd; het had Sara opgehouden [27]te gaan [28]naar de wijze der vrouwen. 26. Hebr. gaande in dagen. Deze manier van spreken vindt men ook onder hfdst.24 vs.1; Joz.13:1, en Joz.23:1; 1 Kon.1:1; Luk.1:7,18. 27. Hebr. te zijn. 28. Of, naar de gewoonte. Hebr. naar den weg, gang, of pad. Zo is bij de Hebreen weg voor wijze of gewoonte gesteld. Alzo onder hfdst.19 vs.31, en hfdst.31 vs.35.